Renée Rosenboom, die in 2007 afstudeerde aan het Instituut voor Biografiek, ontwikkelde ‘Een Sterk Verhaal’; een biografische (groeps)interventie die uitgroeide tot een wetenschappelijk erkende methodiek binnen de ggz. Mensen met persoonlijkheidsproblematiek krijgen hiermee de mogelijkheid te werken aan persoonlijk en maatschappelijk herstel. In juni verschijnen bij Boom Uitgevers het (zelf)hulpboek en een handleiding voor begeleiders. Hiermee is de methodiek niet alleen meer exclusief voor de ggz, maar komt het beschikbaar voor iedereen die wil herstellen van ingrijpende gebeurtenissen. Een mooie aanleiding voor een interview!
Hoe is het begonnen?
Na de opleiding heb ik de LevensStudio opgezet waarin ik drie biografische activiteiten aanbied: het schrijven van levensboeken, biografische coaching en het ontwikkelen van narratieve programma’s. Op een dag meldde zich een vrouw bij me die graag haar levensverhaal wilde laten schrijven. Ze vroeg of ik haar kon helpen. Eerst had ze zelf een poging gedaan, maar het lukte haar niet omdat ze al schrijvend steeds overmand werd door emoties die samenhingen met een jeugdtrauma. Toen ze me haar verhaal vertelde, waarin heel duidelijk een kantelpunt naar voren kwam en ze nu op weg naar herstel was, kwam ik op het idee om haar levensverhaal te schrijven in de vorm van een drieluik. Wij kennen die werkvorm vanuit de opleiding in een getekende vorm. Ik wilde hem toepassen in een geschreven vorm.
Waarom een drieluik?
Om haar te bekrachtigen op haar weg van herstel en de betekenis van de gebeurtenissen uit haar verleden te ontdekken, leek een geschreven drieluik me een mooi experiment. In het eerste ‘luik’ zouden we haar verleden kunnen beschrijven. In het tweede luik zouden we kunnen inzoomen op het kantelmoment; wat gebeurde daar waardoor ze kon breken met oude en traumatische patronen en wat was haar eigen rol daarin? In het derde luik zouden we kunnen beschrijven hoe het nu met haar ging en hoe ze naar de toekomst keek. Zag ze terugkerende thema’s en verbanden? Wat maakte haar leven, ondanks de trauma’s, nu zinvol? Het idee van het drieluik heb ik haar voorgelegd en met haar instemming zijn we toen van start gegaan. Tijdens de uitvoering, heb ik verschillende schrijfvormen toegepast. Het eerste luik heb ik geschreven in de derde persoon verleden tijd. Het tweede luik heb ik in de vorm van een interview geschreven en het derde luik hebben we samen in de eerste persoon tegenwoordige tijd geschreven.
Mooi! Had je dat zelf bedacht?
Nou, we hebben dat soort oefeningen natuurlijk allemaal gehad tijdens de opleiding maar dan als losse autobiografische schrijfopdrachten. Ik wilde die luiken allemaal net iets anders vormgeven, als stijlvorm maar ook omdat ik dacht dat het haar zou helpen. Het schrijven van luik 1 in de derde persoon verleden tijd schiep bijvoorbeeld een veilige afstand waardoor ze niet meer samenviel met haar traumatische verleden. Ze keek als volwassen vrouw terug op zichzelf, ze was het, maar toch ook niet meer. Dat werkte heel goed!
Toen we het boek hadden afgerond, vertelde ze me dat ze naar de jeugdinstelling waar ze destijds had gezeten was teruggegaan. Ze zei daarover: “Ik ben daar vanavond alleen geweest en er kwam zo’n bijzonder en gek gevoel over me heen. Ik ben dat meisje niet meer wat daar liep, ondanks dat ik daar echt heb gezeten. Ik heb de kans gekregen om een jonge vrouw te worden en mezelf te ontwikkelen tot wie ik nu ben.” Nadat we het boek beëindigd hadden, zei ze: “Het boek van mijn verleden kan ik nu dichtdoen. Het helemaal wegstoppen kan ik niet, maar ik ben er wel klaar mee en bereid de littekens te accepteren. Mijn levenservaringen uit het verleden hebben me verzwakt en ‘gekilled’, tot het moment waarop ik mijn IK vond. Vanaf dat moment heeft alles wat ik heb meegemaakt me juist versterkt, ook al was het soms pijnlijk of moeilijk.”
Hoe maakte je vervolgens de stap naar de ggz?
Toen ze me dit inzicht teruggaf, dacht ik: “Dit moet als werkvorm toch voor meer mensen met een trauma interessant zijn?” Het was in 2017 dat ik met dit idee eerst naar antroposofische ggz-instellingen ging, maar daar kreeg ik geen gehoor. Via mijn netwerk kwam ik toen op het spoor van Gerben Westerhof, hoogleraar psychologie aan de Universiteit van Twente. Hij heeft veel gepubliceerd over werken met levensverhalen, vooral in de ouderenzorg. De Universiteit Twente doet veel met het levensverhaal vanuit hun Storylab, expertisecentrum voor geestelijke gezondheid en verhalen. Ik heb hem gewoon opgebeld en mijn idee voorgelegd dat geschikt was voor jong en oud.
Na dat gesprek hoorde ik eerst een hele tijd niets totdat hij na een jaar ineens weer op de lijn kwam. Hij kende een psychotherapeute die bij een grote ggz-instelling in het midden van het land werkte waar ze al veel met levensverhalen werkten. Zij wilde promoveren en was geïnteresseerd in mijn drieluiken-aanpak. We kwamen met z’n drieën bij elkaar en hebben uiteindelijk Een Sterk Verhaal ontwikkeld waarin inzichten uit de narratieve psychologie en werkwijzen uit het biografische werkveld samenkomen. Onderwijl is de methode met financiële hulp van ZonMw wetenschappelijk onderzocht in samenwerking met het Storylab van de Universiteit van Twente.
Hoe zag de samenwerking eruit?
Ik kende het ggz-domein vanaf de zijlijn maar van persoonlijkheidsproblematiek wist ik weinig. Maar mijn collega wist dat vanuit haar professionele achtergrond wel. Binnen de ggz is veel gaande, het ziektegericht denken maakt plaats voor een persoonsgerichte benadering waarin gewerkt wordt aan betekenisgeving en een waardevol leven. Daarin zoeken ze naar nieuwe werkvormen die deze beweging ondersteunen. Deze interventie voorziet daarin. Ook past het goed bij de huidige beweging van de positieve gezondheidszorg omdat de aandacht ligt op hoe we omgaan met veranderingen, gebeurtenissen en tegenslagen in het leven, het herstel van de veerkracht en vinden van betekenis. Bij het onderzoek hebben we gebruikgemaakt van een gezamenlijk ontwerpproces met inbreng van cliënten en behandelaren.
Mijn eigen missie was vooral waar wij ons als biografisch coaches aan wijden; het ontwikkelen van een werkvorm dat het zelfherstellend vermogen van mensen aanspreekt, waarbij de hele mens weer in beeld komt, voorbij de diagnose. Waarin naast moeilijke ervaringen, ook mooie ervaringen een belangrijke plek krijgen als onderdeel van je identiteit, waarin het IK bekrachtigd wordt, zin gevonden wordt en er weer eigen regie gevonden mag worden. Dat is precies wat ik bij mijn cliënt had zien gebeuren. Zij herstelde van een getekend kind in een mens dat zichzelf weer heel voelde en sturing gaf.
Al met al heeft het hele ontwikkelings- en onderzoeksproces van de groepsinterventie zeven jaar geduurd. Er zijn verschillen pilotgroepen geweest binnen de ggz en ook bij een herstelacademie. Daarnaast wordt de interventie ook op individuele basis gegeven. Voor professionals die met de interventie aan de slag willen is er een train de trainer ontwikkeld. Op dit moment is er ook een traject van start vanuit de eerstelijnszorg waarin wij als biografisch coaches van betekenis kunnen zijn.
In juni komen het (zelf)hulpboek ‘Een Sterk Verhaal’ en de handleiding voor begeleiders uit bij Boom uitgeverij.
De BOB is met Renée in gesprek over een bijscholingsdag over de methode ‘Een Sterk Verhaal’.
Door: Josette Jansen